De Kruidenklets is verhuisd!

Pas enkele maanden geleden ging mijn blog hier van start als een proefprojectje.
Vanaf 9 mei 2007 is AnneTannes Kruidenklets nu terug te vinden op haar definitieve stek, als onderdeel van AnneTannes Kruidenmand.
Ik verwelkom je graag daar...

25 april 2007

Even geduld...

Nee, ik ben het bloggen echt nog niet beu...
Maar ik doe het even wat rustiger aan (nu ja, rustiger...). Ik heb mezelf min-of-meer een deadline gesteld: Per 1 mei wil ik klaar zijn met het overzetten van het inhoudelijke deel van de website naar de nieuwe server/layout. Maar daar kruipt dus wel wat werk in, en bovendien vraagt het schrijven van een blogje - als ik me tenminste enigszins wil documenteren - toch ook al snel ruim een uur.
Even uitstel dus, maar wees gerust, van uitstel komt geen afstel...

Tot volgende week (met dan hier de link naar de nieuwe locatie van de blog).

18 april 2007

Herderstasje - naamgeving


Maandag kondigde ik al aan dat ik wat meer zou vertellen over de etymologie van het herderstasje. Maar moet ik eigenlijk nog iets vertellen over de herkomst van de naam van dat woord? Het is zo’n algemeen bekend verhaal: De driehoekige hauwtjes van het plantje lijken heel erg op de tas waarin een herder zijn spulletjes met zich meedroeg. En die tas lijkt wel een heel erg universeel model te zijn geweest, want naast het Nederlandse herderstasje en het Engelse Shepherd’s purse, zijn er het Duitse Hirtentäschelkraut en het Franse capselle bourse-à-pasteur of gewoon bourse-à-pasteur. En inderdaad, ook het ‘bursa-pastoris’ in de botanische naam is letterlijk ‘tas van de herder’. In ‘Capsella’ herken je ‘capsule’, en inderdaad betekent het iets als omhulseltje, doosje.

Ook een heleboel andere volksnamen verwijzen naar de vorm van de hauwtjes: beursjeskruid, tasjes, tasjeskruid, taskruid, tassen…. elders is het moederstasje of zakjesbloem. Dodoens kent het plantje als Teskenscruyt en Borsekenscruyt (beursjeskruid).
In de Middeleeuwen zou het kruid hier ook bekend geweest zijn als Bloedkruid, omwille van de samentrekkende eigenschappen van de plant (daarover volgende keer meer). Die naam vind je ook terug bij Hildegard von Bingen, die het ‘Blutwurz’ noemt.
In heel wat streken bestaan volksnamen die verwijzen naar de ‘lepeltjes’vorm van de hauwtjes (is het overdreven romantisch als ik er veel liever een herderstas in zie?), zoals lepelaar, lepelblad, lepeltjeskruid… Ook wordt wel eens gesproken van lepels-en-vorken (waarbij de lange vruchtentros de vork zou voorstellen).

Engelse volksnamen zijn onder meer shovelweed, Lady’s purse, witches pouches, pickpocket, mother’s heart, case weed, St James’ wort, rattle pouches, pepper-and-salt, clappedepouch, pickpurse, poor-man’s permecetty, toywort, shepherd’s sprout…
Een beetje uitleg bij een paar van die namen…
Ik vermoed dat ‘pepper-and-salt’ verwijst naar het gebruik van het gemalen zaad als condiment (zie ook mijn vorige post over herderstasje).
Clappedepouch is een Ierse, rattle pouch een Engelse benaming, die verwijzen naar enerzijds de ratel (clapper, rattle), anderzijds de op een lange stok bevestigde bedelnap (pouch) die bedelaars bij zich hadden.
Het Engelse pickpocket/pickpurse (zakkenroller), het Duitse Beutelschnittler (beurzensnijder) en het Friese Sekkedief zouden slaan op het feit dat het een akkeronkruid is dat (dus) de boer besteelt.
Poor man’s permecetty (of pharmacetty), armeluisapotheek, wijst natuurlijk op het medicinaal gebruik….
Er bestaan/bestonden in onze contreien heel wat kinderspelletjes (vooral plaagspelletjes - hé, dat is ook een idee voor een blogje…) met herderstasje. Allicht bestonden die elders ook, en het Engelse toywort getuigt daarvan.

Tot kletsens…

15 april 2007

Capsella bursa-pastoris - Herderstasje


Deze week wil ik wat over het herderstasje vertellen.
De naamgeving en de medicinale werking komen later in de week aan bod, vandaag wil ik iets vertellen wat maar weinig bekend is.
Dat onschuldige kleine plantje, dat de meesten van ons al kennen van in onze kinderjaren, dat plantje... is een vleeseter!
Nee, geen veelvraat zoals de zonnedauw, die mugjes en kleine vliegjes verorbert, maar letterlijk ondergronds...
Op welk punt in de evolutie het gebeurt is, is niet bekend. Wellicht dat door een of andere oorzaak de bodem waarop de voorvaderen van het plantje groeide snel in voedselrijkdom achteruitging, wellicht door kaalslag na een doortocht van plantenverslindende dinosaurussen en daaropvolgende erosie... En toen was er die ene stap in de evolutie... een gelukkige mutatie, die voortaan de kiemende zaadjes voorziet van wat meer voedsel:
De zaadjes van het herderstasje scheiden in de bodem een kleverige zoete substantie af, die micro-organismen die in de grond aanwezig zijn lokken. Die worden gevangen in de substantie en sterven er, waarna de inhoudsstoffen door de kiemende zaden worden opgenomen en de plant tot ontwikkeling komt.

Herderstasje is, zoals alle leden van de familie van de kruisbloemigen, een eetbare plant, maar echt smakelijk durf ik het niet noemen. Toch wordt het al heel lang beschreven als een kruid dat aan groentenbouillons kan worden toegevoegd, en dat, net zoals bv paardenbloemblad, aan voorjaarsslaatjes kan worden toegevoegd. Ik vond zelfs een boek, waarin de gedroogde en gemalen zaadjes (één plant produceert er tot 40.000!) als kruiderij beschrijft. Ik moet toegeven dat ik dit zelf nog niet heb uitgeprobeerd.

Overigens, in mijn tuin groeit erg weinig herderstasje... Vorig jaar heb ik er een keer lang naar gezocht, en uiteindelijk een paar plantjes gevonden. Dit jaar schoot er dus wel een plantje op (zie foto) in een voeg tussen een paar kasseien. Wellicht dat mijn tuin over het algemeen te 'begroeid' is om het een aantrekkelijk biotoop voor het plantje te maken. Net zoals alle éénjarigen heeft het toch liefst even wat kale grond om te kunnen ontkiemen....

14 april 2007

Bosaardbeitjes!




Fragaria vesca - bosaardbei
Originally uploaded by AnneTanne.


Jawel hoor... de eerste bosaardbeitjes in de tuin bloeien al (net zoals trouwens de eerste meidoornbloemetjes!).

Ik denk dat iedereen het met me eens durft zijn, dat die bosaardbeitjes toch eigenlijk veel meer smaak hebben dan hun reusachtige soortgenoten uit de supermarkt (vooral als die - allicht nog niet helemaal rijp - ergens ver weg geplukt zijn en hier zijn ingevoerd in een seizoen dat je helemaal geen aardbeien hoort te eten.)

Bosaardbeitjes zijn trouwens ook rijker aan vit. C dan 'gewone' aardbeien, tot 100 mg per 100 g vruchtvlees, tegenover maar een derde daarvan in de grotere. Daarnaast zijn aardbeien rijk aan mineralen, vooral ijzer, calcium, fosfor, kalium en jodium, en nog wat vitamine B en K.

Ik zou het heel plezierig vinden, als er een boel te vertellen zou zijn over de geneeskrachtige eigenschappen van het aardbeitje, maar eigenlijk speelt het zelden een hele prominente rol, het blijft bescheiden aanwezig...



Eén van de inhoudstoffen van aardbeiblad is looizuur, en het kruid wordt dan ook wel eens toegepast in infusie bij diarree en andere maag-darmproblemen. Ook in 'vrouwenthee's' wordt het kruid wel eens toegepast. Maar eigenlijk is de medicinala werking van aardbeiblad weinig onderbouwd, en daarom zou ik suggereren om het niet als belangrijkste kruid in een infusie toe te passen, maar vooral als een 'extraatje', dat een goede smaak aan het drankje kan geven, en wellicht de werking van de overige kruiden nog wat verder ondersteund.

Cosmetisch kan de thee van het jonge blad gebruikt worden als een reinigingslotion, vooral voor de wat vettere huid.



Regelmatig vind ik de suggestie (zoals ook soms ook voor frambozenblad) om de blaadjes te laten gisten vooraleer ze als thee te gebruiken. Daarvoor laat je de jonge blaadjes na het plukken eerst wat verwelken, waarna je ze met een deegrol kneust. Ze worden dan stevig in een theedoek gerolt en 36 uur met rust gelaten. Het blad wordt dan donkerder en ontwikkelt een veel intenser aroma. Ik zou het leuk vinden om te horen of iemand hier al ervaring mee heeft?

Ik ga morgen in elk geval wat blaadjes plukken, en probeer het dan even uit.

11 april 2007

Mijn bloemenweitje


Mijn bloemenweitje
Originally uploaded by AnneTanne.
Gisteren had ik het met een collega over het werk in een tuin. Hij had een tuin van 400 m2, en de ervaring dat het werk daarin nooit ophoudt. Mijn tuin is 4000 m2, althans het deel dat al min of meer vorm heeft gekregen….
Tja, en als je dan een bijna full-time baan hebt, en je nog tijd wil overhouden voor andere hobby’s, dan mag je niet uitgaan van het ideaalbeeld van een keurig gemanicuurde tuin, met een biljartlakengroen gazonnetje en borders zonder één ‘on’kruidje (los nog van het feit dat zo’n tuin gewoon niet bij mij past….)
We hebben dan ook een tuin die weliswaar behoorlijk wat werk vraagt, maar in verhouding tot zijn oppervlakte toch eerder weinig arbeidsintensief is. Maar wat belangrijker is: onze tuin lééft, en we proberen hem als een levend wezen te benaderen, de natuur in de tuin te begeleiden, maar niet te dwingen….

Onze voortuin is zo’n 300 m2, en heeft een gekke driehoeksvorm met een punt (een topje van een paar meter breed eigenlijk) aan de straatzijde. Toen we het huis kochten stond er in de voortuin ongeveer niets, het was een koeienweide, die verder doorliep naast en achter het huis. Nu wordt de voortuin aan alle kanten omringd door een geschoren haag, deels haagbeuk, deels meidoorn. In de buurt van het huis een paar borders, die door een groepje struiken worden afgescheiden van de rest van de voortuin, een bloemenweitje.
Die bloemenweide is letterlijk ontstaan uit de oorspronkelijke weide, we hebben de bodem niet eerst bewerkt, gefreesd, afgeplagd… daarvoor ontbrak ons immers in die eerste jaren van verbouwingen de tijd. In de loop van de tijd hebben we er flink wat botanische bolgewassen geplant, en er zaad uitgestrooid van wat voor wilde planten we ook maar voorhanden hadden…. En intussen begint de gulden sleutelbloem duidelijk ingeburgerd te raken. De oorspronkelijke gasten, paardenbloem, ridderzuring en kruipende boterbloem lijken wat in aantal terug te lopen, en gisteren ontdekte ik op een molshoop iets wat verdacht veel lijkt op een zaailing van de ene beemdooievaarsbek die er tot nu toe stond.
De kievitsbloemen beginnen nu ook te bloeien, en lijken iets overvloediger dan vorige jaren. Distels zijn door niet meer dan twee keer per jaar maaien helemaal verdwenen, en alleen hier en daar staat nog een sporadische brandnetel.
Ook duizendblad lijkt wat terug te lopen, maar de grassen lijken meer divers dan vorige jaren.
We maaien de weide een keer in juni, en nog een keer in september oktober. Hoewel we op zandgrond wonen zijn voorlopig echt twee maaibeurten nodig: naast ons huis staat een grote zomereik, waarschijnlijk minimaal zo’n 200 j oud, en die laat dus flink wat blad vallen in de weide, en doordat het inderdaad een weide, en geen glad gazonnetje is, zelfs niet na een maaibeurt, lukt het eigenlijk nauwelijks om het blad echt weg te harken. Dat verteert dus ter plekke, en verrijkt de bodem, met daardoor veel kansen voor snelgroeiende grassen. We merken dan ook dat de bloemenweide in de voortuin veel trager verschraalt dan die in de achtertuin, die minder blad vangt…
En voor een rijke flora heb je een arme bodem nodig: Als je een rijke bodem hebt, nemen de sterke groeiers (brandnetel, kleefkruid…) hun kansen heel snel te baat om de andere planten uit het licht te zetten, en je krijgt al snel een vrij eenzijdige begroeiing. Maar op een arme bodem vinden die sterke groeiers niet genoeg voedsel om uit te groeien, en krijgen daardoor ook de meer bescheiden planten de kans…
Ik geniet van mijn tuin… ik vind het heerlijk om er in rond te snuffelen, en telkens weer voor verrassingen te staan: een plantje dat - waar vandaan? - in onze tuin een heenkomen heeft gezocht, een plantje dat ik op één plek gekoesterd heb, en nu plots ook elders opduikt, de vogels, vlinders, hommels en bijen die altijd voor beweging zorgen, padden en kikkers die we plots ontmoeten…
Ik kan na een zware dag op mijn werk soms gewoon de tuin in lopen en even rondneuzen tussen al die plantjes en groeisels… en de stress trekt al snel weer uit mijn lijf…

Nee, ik heb geen ‘mooie’ tuin, maar ik houd van mijn tuin, en voor mij heeft mijn tuin een onvergelijkbare sfeer…

6 april 2007

Echinacea purpurea en immuniteitsproblemen


Echinacea purpurea
Originally uploaded by zeitspuren.
(Ik pronk weer met geleende veren: de foto van vandaag is van 'Zeitspuren', en is gepubliceerd onder een Creative Commons Licentie)

Vandaag werd ik er door iemand op attent gemaakt dat in mijn artikel over Echinacea purpurea in de Kruidenmand, ik met geen woord rep over de risico's van dit kruid bij auto-immuunziekten en andere immuniteitsproblemen.
Die opmerking is inderdaad volkomen terecht, en daarom maak ik het hier alvast even goed. (Op de site wordt de tekst ook aangepast, maar ik ben - zoals is al eerder vertelde - achter de schermen met een grondige restyling en hier en daar ook tekstuele herwerking bezig, en het zal daardoor even duren voor de wijzigingen zichtbaar worden...)

Hoewel Echinacea gewoonlijk beschouwd wordt als een veilig kruid, is voorzichtigheid echt wel geboden in een aantal omstandigheden waarin de immuniteit onderdrukt of anderszins aangetast is.
Enerzijds kan je hierbij denken aan patiënten wier immuniteit 'kunstmatig' onderdrukt wordt, bijvoorbeeld na een transplantatie.
Anderzijds gaat het om mensen die een auto-immuunziekte hebben, zoals bijvoorbeeld Lupus ... Maar ook sommige schildklieraandoeningen (ziekte van Hashimoto) kunnen een auto-immuuncomponent hebben.
Geert Verhelst noemt als verdere contra-indicaties ook andere evolutieve systemische aandoeningen zoals bv Multiple Sclerose, en ziekten als tuberculose, leukose, kanker en leukemie, AIDS/HIV, en nieraandoeningen

Paul Bergner, een bekend kruidendeskundige, komt in een artikel 'Cautions with echinacea in auto immune disease?' terug op zijn eigen bewering van een half jaar eerder. Hij had toen in een boek over de geneeskracht van Echinacea en Canadese geelwortel (Goldenseal - Hydrastis canadensis) gezegd dat hij na grondig onderzoek tot de conclusie was gekomen dat Echinacea echt niet zo gecontra-indiceerd was bij auto-immuunaandoeningen. Een half jaar later schrijft hij (mijn vertaling): "De beste clinici zijn steeds bereid om hun woorden, of hun vroegere overtuigingen, in te slikken als de reële ervaring met patiënten die tegenspreekt en een patiënt erdoor benadeeld wordt, en dat moet ik nu dus ook doen."
Binnen twee maanden na de publicatie van dit boek werd de man geconfronteerd met twee patiënten wiens auto-immuunziekte duidelijk verergerde na het starten van Echinacea, en met een derde wiens ziekte extreem opflakkerde binnen de 24 uur na het starten van een behandeling met het kruid.

Opnieuw blijkt hiermee, dat kruiden krachtige middelen kunnen zijn, en dat 'het is natuurlijk' daarom niet betekent 'het is onschadelijk'...
Maar, ondanks het bovenstaande, blijft gelden, dat Echinacea over het algemeen een kruid is dat voor heel veel mensen zinnig is als een 'boost' voor het immuunsysteem...

Maar precies mensen die problemen hebben met hun immuunsysteem, moeten zich dus vooraf grondig informeren.

Als je kruiden gebruikt als geneesmiddelen, ga er dan ook mee om als met geneesmiddelen. Als een arts je vraagt, of je nog andere medicijnen gebruikt dan wat hij/zij je voorschrijft, noem dan ook de kruiden die je gebruikt.... (OK, ik weet het, veel artsen zijn niet echt op de hoogte van de eventuele werking/bijwerkingen/interacties van kruiden, maar er zijn er wellicht meer dan je denkt die er wel - minstens een klein beetje - over weten... en ze zitten vaak dichter bij de bronnen om er iets over te kunnen opzoeken...)

2 april 2007

Een kruidentuintje

Een hele tijd geleden had ik het er over dat een vriendin me had gevraagd voor haar een kruidentuintje aan te leggen.
De plek die ze ervoor bestemd heeft, is een oude gemetselde 'koude bak' die tegen een muur aanligt. Het deel van de tuin waar de bak ligt, heeft 'binnenplaats-achtige allures, want is aan vrijwel alle zijden ingesloten, meestal door muren. Tesamen met het feit dat de bak wat verhoogd is ten opzichte van de rest van de tuin (en daardoor snel een tikkeltje droger zal zijn), maakt dit het kruidentuintje vooral geschikt voor een meer meditterane plantengroei: de bak ligt - zoals een goeie koude bak betaamd - georiënteerd op het zuiden, en de muur aan de noordkant zal de zonnewarmte nog eens extra reflecteren. Ook de ingesloten ligging beschermd de planten tegen koude winden, en zal ook het risico op vorstschade wat beperken.
Ten westen van de bak staat een grote buxusstruik, van ruim een meter doorsnede en anderhalve meter hoogte. Hierdoor ligt het linkergedeelte van de kruidentuin al kort na de middag in de schaduw, en daar komen dan planten die schaduw verlangen of minstens tolereren, en - net zoals de mediterrane planten die in de rechterhelft van de bak komen - toch ook weer niet al te hoge eisen stellen aan de voedingswaarde van de bodem. (Nu is een te rijke bodem in mijn regio niet snel een probleem: we wonen hier in de 'onvruchtbare' want zanderige Kempen.)

Het tuintje wordt mijn vriendins eerste kruidentuin, en dan raadt ik aan in de eerste plaats te opteren voor culinaire kruiden. Die kan je immers het vaakst en het meest direct gebruiken, en daar ben je gewoon al het best mee vertrouwd.
Kruiden die je dan kan kiezen zijn:
Roosmarijn Voor culinair gebruik is eigenlijk vrijwel elke cultivar geschikt (wrijf voor het aroma eerst even een paar naalden tussen je vingers fijn vooraleer te kopen... sommige cultivars ruiken harsachtiger dan andere). Houdt er wel rekening mee dat een roosmarijnstruik flink uit kan dijen: de mijne is door de jaren heen een meter hoog geworden, maar wel ruim een meter breed (doordat takken die de grond raken geworteld hebben, en de ene struik nu eigenlijk een reeks van een drietal struiken is geworden). Je kan de hoogte, maar vooral de breedte wel goed in toom houden door een drastische snoei (maar let op dat je nooit zoveel wegsnoeit, dat er aan een tak geen groene blaadjes meer zitten).
De kruipende vormen zijn erg mooi, dat moet ik toegeven, maar de kruipers onder de Roosmarijnen zijn minder winterhard, en durven wel eens het loodje leggen bij aanhoudende vorst (bij mij heeft nog geen enkele zijn eerste winter overleefd).
Tijm Als je moet woekeren met plaats, dan houd je het bij een struikje 'Thymus vulgaris', de echte tijm, die je als kleine bolvormige struikjes zelfs in de groentenafdeling van de supermarkt vindt. Heb je iets meer plaats, dan zou ik aanraden ook een citroengeurende tijm te planten, bijvoorbeeld Thymus x citriodorus. Is ruimte echt geen probleem, en ben je een beetje avontuurlijk aangelegd, plant dan bv ook een karweitijm (Thymus herba-barona).
Oregano De Wilde marjolein (Origanum vulgare) is wat scherper van smaak dan de echte marjolein (Origanum majorana), maar is betrouwbaarder winterhard, en daardoor voor een beginnende kruidentuinier een betere keuze...
Salie De meeste saliestruikjes die je in de kruidenafdeling van een tuincentrum vindt, zijn de breedbladige Salvia officinalis 'berggarten'. Hoewel die wat betrouwbaarder winterhard heet te zijn, dan de 'gewone' Salvia officinalis of de Salvia officinalis 'purpurascens groep' (paarsbladig), zou ik je eerder die twee laatsten aanraden: zelf heb ik in de koude Kempen nog maar zelden een Salvia door vorst verloren, en het feit dat de breedbladige 'Berggarten' nauwelijks tot bloeit komt vind ik een gemis, want Salie heeft zo'n mooie bloemen....

Niet meer mediterraan, maar ook de volgende kruiden mogen niet ontbreken in een kruidentuintje:
Bieslook, en als je er de plaats voor hebt eventueel ook chinees bieslook en knoflook.
Basilicum. Let hierbij op: we denken veel te snel dat Basilicum een mediterrane plant is, en 'dus' weinig water en veel zon nodig heeft. Maar het is in werkelijkheid een plantje uit subtropische streken. Daarom kwijnt het al weg als de temperatuur onder vijf graden daalt (wacht dus echt tot eind mei met het buiten zaaien of planten!), en bovendien heeft het echt wél behoefte aan regelmatig een flinke slok water, zonder dat het daarom continu natte voeten moet hebben.
Dragon. Proef hiervan een blaadje voor je hem koopt: In de handel vind je enerzijds de zeer aromatische Franse dragon, anderzijds de veel sterkere Russische dragon, die echter nauwelijks geur of smaak heeft. De Russische heeft als kruid nauwelijks waarde, de Franse is een tamelijk fragiel plantje, dat wellicht de winter niet overleefd... Het is dus, net als basilicum waarschijnlijk een kruid dat je elk jaar opnieuw zal aankopen...
Peterselie. Wordt best (tijdig) voorgezaaid. Peterselie kiemt erg traag, en vaak kiemt maar een deel van het zaad...
Peterselie is tweejarig, maar wordt vooral in het eerste jaar gebruikt.
Koriander Een erg kortlevende eenjarige plant.... Een maand of drie na de eerste zaai is de plant al uitgebloeid en heeft zaad gevormd. Om de hele zomer door het blad te kunnen gebruiken zaai je dus best om de twee tot vier weken....
Kervel Ik heb 'gewone' kervel in de groententuin, en roomse kervel, een vaste plant, in een schaduwborder. In een kruidentuin met voldoende schaduw is die Roomse kervel zeker ook op zijn plaats.
Lavas. Een plant die wel een wat rijkere bodem verlangt. Niet elke kruidentuin is er daarom geschikt voor, zelf heb ik de lavas in de groententuin staan, vlak bij de composthoop.

Het rijtje hierboven is natuurlijk niet volledig of beperkend: Kruiden die je niet lekker vind, die plant je niet, en planten die ik niet noem, maar voor jou onmisbaar zijn, die plant je wel aan...
In de komende weken/maanden vertel ik ook wat meer over hoe je langzaamaan meer medicinale kruiden aan je (kruiden)tuin kan toevoegen...