De Kruidenklets is verhuisd!

Pas enkele maanden geleden ging mijn blog hier van start als een proefprojectje.
Vanaf 9 mei 2007 is AnneTannes Kruidenklets nu terug te vinden op haar definitieve stek, als onderdeel van AnneTannes Kruidenmand.
Ik verwelkom je graag daar...

28 februari 2007

Tja, wat zijn nu eigenlijk kruiden?

Het fotootje hiernaast heb ik gekozen omdat dit plantje voor herboristen een twijfelgeval kan zijn. Want wat zijn nu eigenlijk kruiden? Toen ik gisteravond het van Dale Woordenboek opensloeg, gaf die tien verschillende definities...
Laat me er enkele overlopen, en dan de mijne toevoegen...

Voor een botanicus is een kruid een niet-houtige zaadplant. Het kunnen dus een- en tweejarigen zijn, of vaste planten, maar geen bomen en struiken. Voor een botanicus is dus het (tweejarige) look-zonder-look een kruid, net zoals peterselie en dille. Salie, roosmarijn en laurier daarentegen zijn struikjes en dus geen kruiden.
Ook de petunia's in je plantenbakken in de zomer zijn volgens een botanicus kruiden.

Voor een kok zijn kruiden planten(delen) die in kleine hoeveelheden aan een gerecht worden toegevoegd om de smaak te accentueren, te verfijnen, aan te passen. Volgens Wikipedia is een keukenkruid afkomstig van niet-houtige gewassen, maar daar ben ik het volledig mee oneens... volgens mij zijn roosmarijn, tijm, laurier... wel degelijk keukenkruiden ;-)! Een kok maakt soms een onderscheid tussen kruiden en specerijen, waarbij kruiden dan planten zijn uit de meer gematigde streken, en specerijen planten(delen) zijn uit (sub)tropische klimaten (en vaak afkomstig zijn van houtige planten).

Net als een kok hecht de (medisch) herborist geen belang aan het al dan niet houtig zijn van een plant, maar wel aan het mogelijke gebruik. Voor een herborist is een plant een kruid wanneer het op basis van zijn inhoudstoffen een waarde heeft op medicinaal vlak. In tegenstelling tot een kok en een botanicus beschouwt een herborist dus een eik, een linde en een berk dus wel als kruiden. Look-zonder-look zal volgens de meeste herboristen niet echt als een kruid worden beschouwd, omdat het medicinaal nauwelijks enige betekenis heeft.

Tja, en wat zijn dan voor mij kruiden? Wel, ik houd van plantjes, en ik klets graag over allehande plantjes, ook over medicinaal weinig bruikbare groeiseltjes als look-zonder-look...
En dus is mijn definitie een zo breed mogelijke: een kruid is voor mij een plant die omwille van bepaalde aspecten (inhoudstoffen, smaak, en soms de vorm, of een symbolische betekenis) een waarde heeft voor de mens die verder gaat dan het strict utilitaire. Een berk die tot planken wordt verzaagd en gebruikt als timmerhout wordt dan niet als 'kruid' gebruikt. Leverkruid, verwerkt in een 'kruidwis', en dus symbolisch gebruikt is voor mij wel een kruid...

Even terug naar onze look-zonder-look... Voor mij is het een kruidje... Door zijn inhoudstoffen is het lekker als toevoeging aan sla (smaak), hoewel het dus niet echt een medicinale betekenis heeft.
Dat het botanisch gezien een kruid is, maakt het des te meer een kruid voor mij, en bovendien is het plantje voor mij symbool voor mijn wijze van tuinieren. Ik probeer in mijn tuin zo ecologisch mogelijk te tuinieren, waarbij ik (dus) ook aandacht wil hebben voor ecologische leefgemeenschappen, en ruimte wil bieden voor inheemse planten.
Toen wij ons huis (met grote tuin) kochten, vond ik één plantje look-zonder-look in de tuin. Ik heb dat plantje gekoesterd en beschermd, en het volgende jaar waren er enkele nieuwe plantjes (geen bloemen, want het is een tweejarige). In de loop van de jaren zijn er plantje sgeweest die al eens gebloeid (en zaad gevormd0 hebben in hun eerste jaar, en sindsien heb ik nu jaarlijks bloemetjes... En vorig jaar werd ik beloond: look-zonder-look is een van de waardplanten van de oranjetip (een vlinder uit de witjes-familie). Twee jaar geleden zag ik voor het eerst een oranjetip in de tuin, maar niet langer dan een dag, en vorig jaar zag ik dat vlindertje heel regelmatig in mijn tuin rondfladderen....

26 februari 2007

Gember - Zingiber officinale / inhoudstoffen en tinctureren

Onlangs kreeg ik de vraag: "Kunt u mij zeggen onder welke inhoudstoffen Gember valt en kan men hier best een tinctuur van maken?"


Gember wordt in China al duizenden jaren medicinaal gebruikt. Er bestaan documenten uit de vierde eeuw voor onze tijdrekening, waaruit blijkt dat het voor talrijke indicaties werd gebruikt: maagpijn, diarree, misselijkheid, cholera, bloedingen, reuma, tandpijn...
In het westen werd het eind 19de Eeuw gebruikt omwille van zijn eetlustopwekkende, zweetdrijvende, spijsverteringsbevorderende eigenschappen.
Momenteel zijn vooral de volgende indicaties voor Gember onderzocht: gebruik bij reisziekte, bij misselijkheid en braken (ook hyperemesis gravidarum - zwangerschapsbraken), en bij ziekte die met (niet infectieuze) ontstekingen gepaard gaan zoals bijvoorbeeld reumatoïde arthritis.

Voor die eigenschappen zijn een lange reeks actieve ingrediënten verantwoordelijk. Ginger constituents geeft een mooi overzicht van de verschillende indicaties van Gember, met telkens de verantwoordelijke inhoudstoffen voor die specifieke werking.
Gember bevat tot 50% zetmeel, 9% proteïne, 6-8 % lipiden (zowel triglyceriden, fosfatidylzuur, als vrije vetzuren), een protease. Voor de medicinale werking is wellicht vooral het hoge gehalte aan vluchtige oliën belangrijk (die fractie is weer in tientallen verschillende stoffen onder te verdelen, waarvan vooral de sesquiterpenen belangrijk zijn: bisaboleen, zigiberine, zingiberol), en daarnaast de aromatisch fenolen (niet-vluchtige geurige stoffen), waarvan de gingerolen de belangrijkste fractie vormen. In oudere (=langere tijd bewaarde) wortels wordt een deel van de gingerolen omgezet in shogaolen. De gingerolen zouden vooral ontspannende en verwarmende eigenschappen hebben, terwijl de shogaolen daarnaast ook nog ontstekingsremmend en weerstandsverhogend zouden zijn.

Wat het tweede deel van de vraag betreft, hierop blijft mijn antwoord summier: ik heb zelf geen ervaring met het maken van een tinctuur van gember. Dit is een kruid dat ik bij voorkeur 'rechtstreeks' gebruik als toevoeging aan de maaltijd of meegeraspt in een groentensap. Je vind een basisrecept voor een tinctuur in de Kruidenmand. Wanneer ik zou overwegen om een tinctuur te maken van Gember, zou ik wellicht in de recipiënt van mijn sapcentrifuge een hoeveelheid alcohol doen, en vervolgens de gember daarin raspen. De reden om het zo te doen, is het hoge gehalte aan etherische oliën. Wanneer je de wortel raspt, vervliegen de vluchtige stoffen snel. Daarom wil ik het geraspte kruid zo snel mogelijk in de alcohol onderdompelen, om zoveel mogelijk actieve stof te bewaren...
Een tinctuur is inderdaad een geschikte bereiding met gember, omdat zowel de etherische oliën als de niet-vluchtige werkzame stoffen goed oplosbaar zijn in alcohol.

'n Kruidige groet,

23 februari 2007

Klein hoefblad

(Toevoeging achteraf: wanneer je, voor je verder leest, eerst even klikt op de titel van dit stukje (Klein hoefblad), dan krijg je een nieuwe pagina, waar je meteen ook alle commentaren kan terug vindt. Rob vd H. geeft daar een heleboel belangrijke aanvullingen, mbt Klein Hoefblad en ook Akelei.)

Sinds vorig jaar is het Klein Hoefblad ook in mijn tuin verschenen, maar het fotootje hierbij maakte ik gisteren in de Zwitserse Alpes Vaudoises, op een hoogte van 1300m... Ja, op deze hoogte zou je eind februari nog een sneeuwtapijt mogen verwachten, maar dus niet deze winter.
Behalve Klein Hoefblad vond ik hier in bloei:
Madeliefje, Winterakoniet, stengelloze sleutelbloem, stinkend nieskruid, een ereprijsje (ik denk de veldereprijs, maar ik heb geen flora bij me en kan dus niks uitsleutelen... Ik kwam immers naar hier om te skieën, niet om met een pijnlijke knie de dagen in de onmiddelijke nabijheid van het hotel door te brengen....), een onbekende vlinderbloemige (intussen via Flickr heel snel geïdentificeerd als Polygala chamaebuxus (Buchsblättrige Kreuzblume / Faux-buis)), winterakoniet, een botanische krokus, veldkers, één of ander kruiskruid, madeliefje, paardenbloem, herderstasje...

Maar ik had het over het Klein Hoefblad... Toen ik nog studeerde had dat plantje een signaalfunctie voor mij: Wanneer langs de weg naar de campus het Klein Hoefblad in bloei kwam, werd het stilaan tijd om de voorbereiding van juni-examens wat ernstiger te gaan opvatten!

Tussilago farfara is afgeleid van het latijn 'tussis' (hoest) en 'agere' ((be)handelen), en waarschijnlijk 'farina' (meel) en 'ferre' dragen). De bladeren van deze plant (die pas verschijnen nadat de bloemen al zijn uitgebloeid) werden inderdaad in het verleden gebruikt als een hoestwerend middel, ze hebben desinfecterende en slijmoplossende eigenschappen. 'Farfara' zou slaan op de onderzijde van het blad, dat met meel bestoven lijkt. Ook de stengelschubben lijken wat bepoederd, als je naar deze foto kijkt (al is de stengel hier enigszins onscherp)

Tegenwoordig is Klein Hoefblad als medicinaal kruid volkomen in onbruik geraakt, en staat in België sinds 1992 op de lijst van de kruiden, verboden voor inwendig gebruik. Klein hoefblad bevat immers, net als bv Smeerwortel, pyrrolizidine-alkaloïeden. Deze stoffen worden opgeslagen in de lever, en kunnen bij regelmatig en langdurig gebruik ernstige gevolgen hebben.

Ik heb echter de indruk, dat het Klein Hoefblad een plantje is dat in het verleden weinig tot de verbeelding gesproken heeft. Ik vind immers weinig folkloristische verwijzingen naar het kruid,
maar wel naar gebruik als geneeskruid:
Bij Mien Verdingh (KrisKrasKruid) lees ik dat in het oude Griekenland astmapatiënten bladeren van het kruid te roken kregen, en dat het sap met melk en honing gedronken werd bij longontsteking. (Zij vermeldt echter geen concrete bron.)
Plinius raadde aan de bladeren van Klein Hoefblad te roken (op een vuurtje van cipreshout?), en de rook door een trechter in te ademen als middel tegen hoest. Ook door Dioscorides (een Grieks kruidkundige, in dienst van keizer Nero) wordt het als hoestbedarend middel beschreven.

Opnieuw bij Mien Verdingh vind ik terug dat het gebruik van Klein Hoefblad als (medicinaal) rookkruid op een bepaald ogenblik in Frankrijk dermate populair was, dat het als herkenningsteken voor apotheken werd gebruikt. Voorlopig heeft mijn zoektocht op Franstalige internet-sites hiervoor geen bevestiging opgeleverd.
Die zoektocht leverde wel een reeks Franstalige volksnamen op:
Pas d'âne, herbe de Saint-Quirin, taconnet, chou de vigne, herbe aux pattes, pas de cheval, pied de cheval, racine de peste, filius ante patrem
((De laatste uit deze reeks - een latijnse benaming die je op meer plaatsen terugvindt, betekent letterlijk: 'de zoon voor de vader', en slaat terug op het feit dat de bloemen eerder boven de grond staan dan het blad).

Tot volgende week!

16 februari 2007

Het eerste!

In het weekend heb ik bewust geen berichtjes gepost, maar in de loop van de week hoop ik weer minimaal drie stukjes te schrijven (maandag, woensdag en vrijdag is de planning... als ik op dinsdag en donderdag ook tijd vind is dat mooi meegenomen, maar ik wil niet de fout maken van vanaf het begin al te veel hooi op mijn vork te nemen.)

Vorige week vrijdag opende het eerste speenkruid-bloemetje in mijn tuin zich. Meer nog dan de obligate sneeuwklokjes en krokussen is dat plantje voor mij een echte lentebode, die ik met plezier een plekje (veel plekjes) gun in mijn tuin.
In boeken/nieuwsgroepen, op websites over tuinieren zie ik dit plantje regelmatig bestempelen als een onuitroeibaar onkruid, dat men eigenlijk niet in zijn tuin wil hebben, maar ik zou het niet willen missen. Het plantje verspreid zich inderdaad heel gemakkelijk, maar toch kan je het in mijn ogen nauwelijks als een woekeraar bestempelen: het verdringt geen andere planten van hun plek. Het toont weliswaar heel opvallend zijn aanwezigheid in de eerste maanden van het jaar, als de tuin nog kaal en weinig kleurrijk is, maar wanneer in mei de tuin explodeert in een orgie van bloemen en kleur, is het speenkruid alweer vrijwel volledig van het toneel verdwenen.

Volksnamen voor het speenkruid zijn: kleine gouwe, klierkruid, speendistel, vijgwortel, klein zwaluwkruid, klein celidonie, Bûtergieltsje (Fries), hemelbrood, katteklootjes, hoaneklootjes.

De wetenschappelijke naam is Ranunculus ficaria, was vroeger Ficaria verna.
'Verna' in de oude benaming verwijst naar de lente, het bloei-tijdstip van de plant. Ficaria, de oude geslachtsnaam, nu de soortnaam, betekent 'van de vijgen, op vijgen gelijkend' (wat verwijst naar de vorm van de wortelknolletjes), terwijl 'Ranunculus' kikkertje betekent, allicht omdat heel wat planten uit dit geslacht waterplanten, of minstens waterminnende planten zijn.
Ranunculus = kikkertje -> water(minnende) planten

In het Duits heet speenkruid 'Feigwurz' of 'Scharbockskraut'. In 'Feigwurz' (en de Nederlandse volksnaam vijgwortel) herkennen we het 'ficaria' uit de wetenschappelijke naam, en in het duitse taalgebied wordt het kruid dan ook wel gebruikt in de behandeling van genitale wratten, die in het Duits 'Feigwarzen', vijgwratten, heetten. Dezelfde analogie zien we in het gebruik in ons taalgebied bij de behandeling van aambeien ('het speen'), hoewel het woord 'speen' in speenkruid niet naar die aandoening verwijst, maar naar de vorm ('speentjes') van de wortelknolletjes.
'Scharbockskraut' kan worden vertaald als scheurbuikkruid. De blaadjes bevatten inderdaad erg veel vitamine C. Maar let op: zoals het loof van heel wat ranonkelachtigen kan ook dat van speenkruid giftig zijn, en je gebruikt het daarom bij voorkeur alleen voor het plantje in bloei is gekomen.

Ik vond nog ergens een vermelding van speenkruid als één van de 18 kruiden die staan afgebeeld op het Lam Gods van Van Eyck, maar ik vind voorlopig nergens een overzicht van dit rijtje kruiden... Iemand die hier meer informatie over heeft?

Tot kletsens...

Aanvulling achteraf: Lees zeker ook even de commentaar van RobvdH, die boeiende aanvullingen en correcties neerschreef...

Hondsdraf - Glechoma hederacea (etymologie)


Hondsdraf is zo'n plantje waar ik steeds weer bij terugkom...
Ik vind het mooi in zijn onopvallendheid, en altijd is het één van de eerste plantjes dat in het voorjaar zijn expansiedrang laat zien.

Dat de hondsdraf werkelijk overal voorkomt, daarvan getuigen de talloze volksnamen:
Weerkruipertjes, Aardveil, Paardevoetje, Onderhave, Onderhage, Kruip-door-den-tuin, Eerdcranskens, Bierhoef, Tongerblom, Blauwe muur, Donderbloem, Duivelskandelaar, Eertveltlovere, Galbloem, Grondklimop, Hoefijzertje, Kikkerbalsem, Weeskindertjes, Zereogenbloem, Oelkenblatties....

De geslachtsnaam Glechoma zou oorspronkelijk de oude Griekse naam zijn geweest voor Polei. Die plant werd echter ingedeeld bij het geslacht Mentha, en vervolgens kende Linnaeus de naam Glechoma toe aan de hondsdraf. De wortels van 'Glechoma' zijn verder onduidelijk, volgens enkele bronnen zou het wellicht terug te voeren zijn op 'glecho' een Griekse munt.
'Hederacea' verwijst natuurlijk naar Klimop (Hedera), vanwege het rankende karakter van het plantje.

Over de herkomst van de naam Hondsdraf lijkt wat onenigheid te bestaan. (Wellicht kan Rob hier zijn licht in de duisternis laten schijnen?) Dat de naam zijn wortels heeft in het Hoogduits, staat volgens mij wel vast. Wat echter de preciese wortel is, daarover lijkt onduidelijkheid te bestaan.
Soms wordt 'gondrabe' / 'gundrebe' als oorspronkelijke naam genoemd, waarbij 'gond/gund' naar etter, zwerende wonden zou verwijzen. 'Rebe/reba/rabe' is een kruipende, rankende plant.
Andere auteurs hebben het over 'grundrebe', over de grond kruipend.
Verder wordt ook nog naar 'donnerrebe' verwezen, 'donderrank', en inderdaad zou de plant in Germaanse tijden aan Thor/Donar gewijd zijn.
Ik vond tenslotte nog een verklaring (waar ik nauwelijks geloof aan hecht) dat het plantje zou genoemd zijn naar één van de Walküren (maar dat zijn naast Brünnhilde, de dochter van Wodan en Erda, nog volgende acht zusters: Waltraute, Ortlinde, Rossweiße, Schwertleite, Gerhilde, Siegrune, Grimgerde en Helmwige; geen van deze namen lijkt mij een voor de hand liggende oorsprong voor 'gund').

Heel wat van de volksnamen verwijzen net als 'rebe' naar het kruipend karakter van het plantje:
Weerkruipertjes, Aardveil (veil = klimop), kruip-door-den-tuin, onderhage (Tja, ook in onze tuin kruipt de hondsdraf overal door de meidoornhaag heen...), enz...
Een naam als 'Duivelskandelaar' lijkt er op te wijzen dat het kruidje in voorchristelijke tijden wellicht een vrij belangrijke symbolische of wellicht zelfs rituele betekenis had, of dat er bijzondere (en positieve!) krachten aan werden toegeschreven. Na de kerstening kreeg dit soort planten dan vaak een naam die naar de duivel verwees, in een poging om daarmee het 'heidense' bijgeloof in de krachten van de plant uit te roeien. (En wanneer dat echt niet bleek te lukken, dan gaf men de plant een naam die verwees naar een christelijke heilige, bv het Sint-Janskruid - indien deze link niet werkt, probeer dan deze).
Dat de plant in het verleden wel werd gebruikt als smaakmaker voor bier ipv hop, hoor je terug in 'bierhoef' (en het Engelse Alehoof)

'Oelkenblatties' is een naam die in Oost-Nederland zou voorkomen. 'Oelken' verwijst naar aardgeest, en voor de verdere verklaring hierover verwijs ik naar een volgende posting over de folklore die met de hondsdraf is verweven.

(Volks)namen in andere talen:
Engels: Ground Ivy, Alehoof, Creeping Charlie, Gill-over-Ground, Gill-Go-Over-The-Ground, Hedgemaids, Haymaids, Cat's Foot, Lizzy-Run-Up-The-Hedge, Robin-Run-In-The-Hedge, Tunhoof
Duits: Gundermann, Gundelrebe, Blauhuder, Buldermann, Donnerrebe, Engelskraut, Erdefeu, Efeu-Gundermann, Erdefett, Gewitterblume, Guck-durch den Zaun, Grundrebli, Gundelrebli, Gundelrieme, Gutermann, Heckenkieker, Heckenmädchen, Heilkraut, Heilrauf, Heilreif, Huder, Huderich, Kiek dörn Tun, Masshold, Soldatenpetersilie, Steinumwickler, Stinkender Abbatz, Totenkraut, Udrang, Wildes Katzenkraut, Zickelskräutchen
Frans: Lierre terrestre, Herbe de la St-Jean, Courroie de la St-Jean, Drienne

In een commentaar op mijn berichtje over het speenkruid verwees Rob naar de okselknolletjes die leidden tot de volksnaam 'Hemelbrood'.
Hondsdraf heeft dit soort okselknolletjes niet, maar maakt ook van een truukje gebruik om zich over een groter gebied te verspreiden: De vruchtjes bevatten namelijk een 'mierenbroodje', een stukje eiwitrijk plantenweefsel, dat maakt dat mieren de zaden verzamelen en soms over grote afstanden meevoeren. Anderzijds worden de zaden ook door de plant zelf 'weggeschoten', vooral bij vochtig weer.

Heb je aanvullingen, opmerkingen, correcties? De 'comments'knop vind je onder deze posting!

De lay-out van de Kruidenmand-website wordt op dit ogenblik (achter de schermen) herwerkt. Wanneer de nieuwe lay-out definitief is, zullen een aantal van de huidige links (vooral binnen een pagina) niet meer werken). Aan de inhoud van de site wordt echter nauwelijks iets gewijzigd. Vind je dus een onderwerp via je oude bookmarks niet meer terug, probeer dan even te zoeken via het menu rechts op de (nieuwe) bladzijde.)

En nog een keer Salie en Artemisia

Vandaag heb ik waarschijnlijk weinig tijd om te posten, daarom enkel een paar mooie links (Engels).
Een paar dagen geleden had ik het over de diverse 'Sages' in Amerika. Wie daarover (veel) meer wil weten moet eens kijken naar deze artikeltjes in de blog van Kiva Rose (Medicine Woman's Roots):
Salvia: A Plant Teacher for Grounding & Presence en
Artemesia Under the Snow.
Artikelen zoals ik ze graag zie: historische weetjes, wetenschappelijke feiten, en (dus) erg goed gedocumenteerd....

15 februari 2007

De aanleg van een kruidentuin...


De eerste echte lentedag van het jaar, weer dat uitnodigt tot rondlopen in de tuin, en dat je groene vingers doet kriebelen...
Liefst zou ik op zo'n dag lekker in de tuin aan de slag gaan. Maar ik houd mij in, en probeer mij voor te houden dat er, ondanks de zachte winter en de opwarming van de aarde best nog flinke nachtvorst kan komen. Dus ik breek de verdorde plantenresten van vorig jaar nog niet af, laat de tuin voorzichtig uit zichzelf ontwaken... (Ik verwijder trouwens nooit radicaal alle oude plantenresten: in de lente knip of breek ik wel de oude verdroogde stengels af, breek of knip ze in kleine stukjes en laat die ter plaatse vergaan.)

Maar een vriendin vroeg me een paar weken geleden of ik in haar tuin een kruidentuintje zou willen aanleggen... en mijn gedachten daarover laten gaan is nu net een 'tuinkarweitje' dat in deze tijd van het jaar wel kan.

Zelfs als je niet weet of je eigenlijk wel groene vingers hebt, of misschien net wanneer je nog nooit getuinierd hebt, is een kruidentuin een ideaal project om mee te starten:
Je kan volstaan met een hele kleine oppervlakte, in een 'tuintje' van een vierkante meter groot kan je al verschillende kruiden kweken, en bovendien zijn heel wat typische keukenkruiden hele makkelijke planten.
Roosmarijn, tijm, salie, lavendel... zijn in feite kleine struikjes, en vereisen nauwelijks onderhoud. Ja, om hun afmetingen wat binnen de perken te houden moet je ze regelmatig 'snoeien', maar je kweekte ze immers toch om ervan te gebruiken?
Andere goede 'beginnerskruiden' zijn winterharde vaste planten, zoals bieslook, marjolein en oregano, venkel, citroenmelisse, kleine pimpernel.

In de meeste tuincentra kan je deze planten als containerplantjes kopen, en dat betekent dat je ze eigenlijk het hele jaar door kan aanplanten, behalve als de aarde te hard bevroren is om te graven. Maar let op: als het tuincentrum in je buurt zijn plantgoed in een (gedeeltelijk) overdekte ruimte onderbrengt, zijn die planten daardoor toch beschermd tegen gure omstandigheden, en kan de schok van de overgang naar de volle grond toch wel even heftig zijn. Plant zo'n plantjes daarom bij voorkeur toch in een periode dat er wat zachter weer wordt aangekondigd.

Ren dus zeker niet hals-over-kop de deur uit naar het dichtsbijzijnde tuincentrum...

Kies eerst rustig het plekje uit waar je je kruidentuin gaat planten en maak de grond goed los. Je hoeft de bodem niet om te spitten, omwoelen met een grelinette of woelvork is eigenlijk ruim zo goed. Door de bodem los te woelen verbeter je de structuur en de drainage, en wordt de afbraak van organisch materiaal - dat voor voedingsstoffen zorgt - versneld.
Je moet voor het telen van kruiden de bodem niet extra te bemesten, integendeel een te voedselrijke bodem is voor heel wat (keuken)kruiden niet ideaal. Wel kan je compost toevoegen (Compost is een bodemverbeteraar, en geen bemester!). Maar zelf wacht ik in een nieuwe kruidentuin liever met het aanbrengen van compost. Na het omwoelen van de aarde laat je de bodem even rusten, en na een paar weken ga je met planten aan de slag. Vervolgens kan je compost aan brengen als mulchlaag....
(Ik wacht dus even met mulchen: Als je nu de bodem toedekt, kan de eerste lentezon de bodem niet gaan opwarmen!)

Tot een volgende keer....

14 februari 2007

Valentijn, de taal der bloemen en websites bouwen...

Vanmorgen stond ik op met het vaste voornemen om vandaag een stukje te schrijven over de 'bloementaal van de liefde' (en dat terwijl ik Valentijn eigenlijk een hopeloos commercieel gebeuren vind).
De inspiratie daarvoor had ik gehaald uit het boek 'Plantes et savoir ancestral - Val d'Anniviers', geschreven door Josette Ganioz-Zufferey uit Grimentz in de Val d'Anniviers in het Zwitserse kanton Wallis. De moeder en grootmoeder van de schrijfster waren eveneens kruidenvrouwen, en gaven hun kennis door aan Josette. (Tijdens vakanties ga ik in de boekhandels altijd op zoek naar kruidenboeken, en tijdens een wintervakantie in Zinal, vlakbij Grimentz, was dit boek een heerlijke vondst.)

Ik vermoed dat weinig mensen op deze regenachtige februaridag een bosje alpenbloemen hebben gekregen, maar dit is alvast een overzichtje van de betekenis van een paar bloemen die je in de Alpen vinden kan:

Alpenakelei: dolverliefd
Aster: trouwe liefde
Zilverdistel: probeer me maar te verleiden!
Krokus: maak geen misbruik van mijn liefde...
Edelweiss: voor eeuwig de jouwe...
Gentiaan: ik ben de jouwe
Vergeet-me-nietje: (raad eens....?)
Bosbes: liefde
Driekleurig viooltje: ik denk aan jou... (in het Frans heten de viooltjes uit deze groep niet voor niets 'pensée'.)

En eigenlijk was het mijn bedoeling om mijn verzameling foto's van wilde en alpenbloemen eens te doorzoeken, en één van de bovenstaande bloemetjes bij deze post te voegen...
Maar ik ben herstellende van een forse griep, en zit eigenlijk alweer langer achter de computer dan goed voor me is. In tegenstelling tot wat ik eergisteren beweerde, ben ik namelijk druk bezig met de lay-out van mijn site... (Als je wil mag je even 'proeven' op deze pagina... maar let op, de links werken er niet, het is alleen maar een proeftuin...)

(Bah wat een weer... 'echt weer om in winterslaap te gaan', aldus mijn moeder...)
Tot kletsens...

13 februari 2007

Salie....


"We werden omringd door verre, wazige bergketens en zagen woestijnflora zoals salie, dwergdennen en sparren, allemaal klein gebleven door het gebrek aan regen." (Patricia Cornwell, Onnatuurlijke dood)

Daar zit ik dan een thriller te lezen, en zo'n zinnetje is dan een trigger om toch weer met mijn gedachten naar kruiden af te dwalen. En een vraag die dan altijd bij me opkomt: om welk kruidje gaat het hier nu, 'salie'?
Het verhaal is uit het (Amerikaans) Engels vertaald, en dan zijn de mogelijkheden legio...

In ons taalgebied is zowat elke Salie een Salvia-soort, maar in de Verenigde Staten vallen daar heel wat verschillende planten onder.
Sage kan (natuurlijk) gewoon de Salvia officinalis zijn die ook in onze kruidentuinen groeit, of een andere Salvia, zoals de daar inheemse Salvia apiana of Californian white Sage, de Salvia Clevelandii of blue Sage, de Salvia columbariae of California chia, en nog een hele reeks andere soorten. Maar het kan ook gaan om een plant uit een ander geslacht van vlinderbloemigen: ook een aantal Phlomis- en Perovskia-soorten worden Sage genoemd (maar daarvan weet ik niet of die ook inheems zijn in de VS?).

Een aantal 'sages' zijn zelfs geen vlinderbloemigen, maar Artemisia-soorten, waarvan de in Noord-Amerika inheemse soorten 'sagebrush' heetten. De heilige salie, die de Indianen (ik weet het, helemaal politiek correct is die term niet, maar laat me die toch maar gebruiken) tijdens reinigingsceremonies gebruik(t)en, is volgens heel wat bronnen geen Salvia, maar een Artemisia. Maar andere bronnen spreken dit dan weer tegen en verwijzen wel naar een Salvia, de Salvia divinorum.

Om de verwarring helemaal compleet te maken, is er dan nog het plantengeslacht Leucophyllum (Scrophulariaceae), waarvan een paar soorten bv Texas sage, purple sage.... worden genoemd...

Tja, doe mij nu maar een kopje Saliethee....

(De salie-foto is van Hilde D. ©, met dank)

12 februari 2007

Een begin zoals zovele....

de meidoorn komt in blad

Ja, hoeveel blogs zouden er zo op een dag niet worden gestart, vol goede bedoelingen. En hoeveel blijven er daar na kortere of langere tijd van over...?

Natuurlijk begin ik met de bedoeling om dit lang vol te houden, maar druk-druk-druk is nu eenmaal een ziekte van deze tijd. Om die reden werk ik dan ook al een paar jaar lang mijn site niet meer bij, al blijft de zin om met kruiden bezig te zijn er nog steeds, en blijf ik zoeken naar manieren om te delen in mijn kennis van kruiden, en vooral dan de historische aspecten van het gebruik (zowel de folklore als de geschiedenis van de medicinale - en andere - toepassingen). En de etymologie van plantennamen, en het verzamelen van de volksnamen van een plantje blijft mij ook erg boeien.

Kruidenklets...
Een naam met iets van geschiedenis binnen onze plaatselijke Letsafdeling. Het was de naam van een samenkomst, een 'koffieklets over kruiden' met een paar leden van onze letskring. Ik herinner me de eerste kruidenklets, in de herfst, waar we een aantal typische kruiden van de herfst onder de loep namen, en een andere op een prachtige junidag, waarbij we, onder het genot van een wit wijntje met een scheutje zelfgemaakte vlierbloesemsiroop uitkeken naar de komende zomermaanden.

Na die zomerse kruidenklets ging ik langzaamaan steeds minder tijd besteden aan mijn site. De interesse in de kruiden was er nog wel, maar ik was minder gebeten door het computervirus, en de zin om lang achter dat bakje te zitten om een pagina samen te stellen in correcte xhtml (W3C-gevalideerd) was er steeds minder.
En nu dus een blog (let op! opgezet in xhtml 1.0 strict!)... in de hoop dat ik het lang volhoud, maar zonder beloften in dat verband...
Voorlopig zelfs geen uitgesproken ideeën over hoe vaak ik wil posten. Natuurlijk, in de eerste dagen/weken zal dat behoorlijk frekwent zijn, maar daarna?

En de onderwerpen?
Ach, wat me in mijn tuin opvalt aan groeiend groens...
Gedachten over kruidjes allerhande...
Verhaaltjes over hoe planten aan hun naam kwamen...
Wellicht een receptje nu en dan...
Het mini-kruidentuintje dat ik binnenkort voor een vriendin ga aanleggen, het hele proces van voorbereiden en plannen, het eigenlijke werk, en - hopelijk - het mooie resultaat!

Een blog dus als het frisgroene meidoornscheutje dat ik gisteren in de tuin tegenkwam... en misschien groeit het uit tot een stevige nieuwe twijg....

We zien wel...
Tot kletsens!